Precariobelasting en de politieke geloofwaardigheid
Raadsvergadering 19 december 2019
Precariobelasting is een gemeentelijke belasting voor het gebruik van de openbare ruimte door ondernemers. Denk aan terrassen bij een horecagelegenheid of een standplaats voor een snackmobiel. Enkele ondernemers hebben zich tot ons gewend vanwege de hoge stijging van de precariobelasting 2019 waarmee zij eind van het jaar geconfronteerd zijn. De eigenaar van de Snackmobiel Marsdijk schreef zelfs het college en de raad aan, maakte ook formeel bezwaar. Hoe zit dat nu eigenlijk?
Eind 2018 heeft de raad de tarieven 2019 vastgesteld, waaronder dus ook de precario. Daarbij zijn alle nog niet kostendekkende heffingen en leges, naast de trendmatige verhoging, met een extra 10% verhoogd. Per ongeluk of niet, ook de precario is in dit rijtje terecht gekomen. En aangezien de raad daar niet expliciet over is geïnformeerd …. Is die onbedoelde extra verhoging er doorheen gekomen.
Stadspartij PLOP heeft hier vervolgens schriftelijke vragen over gesteld aan het college. En ook de wethouder van financiën, wethouder Pauwels, bevestigde nog eens dat de precario niet hoort in het rijtje van 10% extra verhoging. Maar het is in 2018 een raadsbesluit geweest dus laat ze het nu ook aan de raad. Wij vinden dat het college hierin gewoon had kunnen handelen, bijvoorbeeld met een raadsvoorstel om dit terug te draaien zodra de fout werd ontdekt. Zou niet de eerste keer zijn, tenslotte.
Maar goed, de raad aan zet.
Aangezien het nu over het tarief 2020 gaat, stelt Plop in een amendement voor dat tarief te baseren op het tarief 2018 en daar 2 keer de trendmatige verhoging op los te laten. Daarmee voorkomen we dat de fout van die extra 10% er voor altijd in blijft zitten.
In debat hierover blijkt hoe de beoogde toekomstige coalitie met haar inwoners en ondernemers om wil gaan. De VVD is geen ondernemerspartij meer, geen enkel woord brengen ze in. Ook de SP blijft stil. De CU zegt slechts tegen het amendement te zijn. D66 doet stoer door te constateren dat Plop een jaar geleden blijkbaar niet heeft opgelet. Even vergetend dat de hele raad eind 2018 de tarieven 2 x heeft moeten vaststellen omdat er een belangrijke fout in de eerste versie zat. Die we uiteraard goed hebben gekeurd omdat we toch mogen aannemen dat zo’n tabel goed is. En tot slot GroenLinks. Die komt met een zwamverhaal dat het toch niet raar is dat als de omzetten mooi zijn, zoals in de afgelopen jaren, deze belasting ook wat hoger mag zijn. Precariobelasting is niet gerelateerd aan de omzet, en GroenLinks weet helemaal niet wat de omzetten zijn, dus op twee punten baarlijke nonsens.
De wethouder meldt nog dat dit “foutje” een effect heeft van ca. 7.000 euro op de gemeentelijke begroting. Gezien de miljoenen die we tekort komen en elders wel aan uitgeven, een druppel op een gloeiende plaat. Maar als het extra kosten zijn voor een ondernemer moet deze dat wel gewoon goed maken in zijn marges. Betekent dus meer drankjes, oliebollen of snacks verkopen. Dat zijn al snel ruim 10.000 extra verkopen die nodig zijn vanwege dit foutje. Niet iets om al te makkelijk over te denken.
Ook de raad laat uiteindelijk het gemaakte foutje lekker in het precariotarief zitten. Naast de beoogde coalitiepartijen stemt ook de PvdA tegen het amendement. Niet raar, want die zijn hun echte menselijke gezicht ook al jaren kwijt.
Steun voor het amendement beperkte zich tot Stadspartij PLOP, CDA, 50+ en lijst Deen.
Daarmee heeft de raad van Assen nogmaals laten zien dat de politieke geloofwaardigheid óók op gemeentelijk niveau nog ver te zoeken is.
Het onderstreept ook waarom we als Stadspartij PLOP uit de coalitie zijn gestapt. Er is nauwelijks respect naar inwoners en ondernemers van onze stad binnen deze coalitie. En de beoogde nieuwe coalitie heeft zijn eerste stappen gezet om dit pluchegedrag voort te zetten.
Henk Santing
fractievoorzitter Stadspartij Plop