Jaarverslag en jaarrekening 2016 en Voorjaarsnota 2017
Voorzitter, collegae, college, medewerkers en standvastige toehoorders,
Het jaar 2016 is afgesloten met een positief resultaat. Dat resultaat is echter ontstaan door de opbrengsten van de verkoop van Enexis-aandelen en de vrijval van de gelden boven het plafond in het Sociaal Deelfonds. De vraag is dan toch: moeten wij ons zorgen gaan maken? We kunnen uiteindelijk niet maar doorgaan met het verkopen van aandelen (hoewel we die van GAE wat ons betreft niet snel genoeg kwijt kunnen raken). In de onderliggende stukken wordt meermalen aangegeven dat we binnen afzienbare tijd door terugloop van de rijksbijdrage voor het sociaal domein gaan aanlopen tegen tekorten in dit domein.
De accountant is gematigd positief, maar geeft geen goedkeurende verklaring af vanwege “onzekerheden in de financiële verwerking van de decentralisaties”.
De accountant constateert verder aanzienlijke verbeteringen in diverse financiële processen, maar heeft toch nog wel wat aanvullende tips. We gaan ervan uit dat die voortvarend worden opgepakt. Zo kunnen wij het advies om ervoor te zorgen dat de behandeling in de raad van de jaarrekening op het “normale moment” in het politieke jaar kan plaatsvinden wel waarderen. De adviezen aan de raad zullen wij uiteraard ter harte nemen.
Dit alles tot ons genomen hebbende, en gezien het feit dat wij liever vooruit- dan terugkijken, kunnen wij instemmen met het vaststellen van de jaarrekening en daarmee het verlenen van décharge aan het college.
Vooruitkijken, dus. Op basis van de nota die ons vertelt hoe we er voorstaan en wat we nog kunnen verwachten, oftewel de Voorjaarsnota.
We liggen op koers en blijven binnen de kaders. Of dat zo kan blijven lijkt nog de vraag te zijn, maar een goed deel van de opgeworpen vragen kan of zal pas worden beantwoord bij het vaststellen van de begroting voor 2018, zo lezen we.
Een paar vragen dan wel opmerkingen, u bent het van ons gewend……..
Een tweetal onderwerpen dat de aandacht blijft vasthouden, zijn de transities in het Sociaal Domein en de Toeristisch Recreatieve Zone.
Ten aanzien van het eerste lezen we meermalen, dat we weliswaar nu kunnen opereren binnen de financiële kaders, maar dat dit mogelijk binnen afzienbare termijn al anders zal zijn door het gestaag verminderen van de rijksbijdragen in dit domein.
Wat wij ons al lezende hebben afgevraagd, is waarom we dan geen gebruik maken van het geld dat, momenteel zelfs boven het plafond van het door ons ingestelde, tijdelijke, Sociaal Deelfonds uitstijgend, overblijft. Is er een manier om dat geld te oormerken en zodoende te kunnen inzetten als onverhoopt de kosten meer gaan bedragen dan de bijdragen van het rijk? En hoe groot is dat gevaar echt, waar we tot dusverre kennelijk zoveel van dat budget overhouden? En kan dat geld ook worden ingezet voor andere zorggerelateerde taken, zoals de opvang van verwarde personen? Ook het in stand houden van de Cityline dringt zich hier als idee naar voren. Zorgen voor goed en betaalbaar plaatselijk openbaar vervoer voor die inwoners die daarvan afhankelijk zijn kan wat ons betreft ook als een zorggerelateerde taak worden gezien.
We zijn erg benieuwd naar de ideeën van het college op dit gebied. Onlangs hebben we de eerste aanzet van de aanstaande kadernota Sociaal Domein opiniërend besproken. Bij de verdere ontwikkeling daarvan moet aan de hiervoor gestelde vragen zeker aandacht worden besteed, maar u kunt vast wel al een tipje van de sluier oplichten.
De TRZ heeft steeds onze warme belangstelling gehad. In de brief die uw college ons daarover onlangs schreef, blijkt dat u bezig bent hier de druk op de ketel te houden teneinde duidelijkheid te krijgen over de plannen daar. Duidelijkheid zouden we zeer op prijs stellen. Natuurlijk over het ijscomplex, en wat ons betreft mag daarvoor morgen de schop de grond wel in. Ik wil wel helpen scheppen, als dat nodig is, maar heb in elk geval voor de wethouder alvast een schop zodat er eentje is die de grond in kán.
Ook over het FOC is dringend duidelijkheid gewenst, zeker ook in relatie tot de ontwikkeling van de binnenstad.
We realiseren ons overigens terdege, dat u hierbij afhankelijk bent van de particuliere initiatiefnemers, en kunnen uw pogingen om de zaak vlot te trekken zeker waarderen. Maar nogmaals: vlot duidelijkheid graag.
Nog wat “losse” opmerkingen tot slot, voorzitter.
Het Drents Museum mag zich opnieuw verheugen in een gemeentelijke bijdrage voor een belangrijke expositie. We herhalen hier ons dringende verzoek om een structurele jaarlijkse bijdrage in de tentoonstellingenpot van het museum, wat voor beide partijen onnodig werk scheelt en duidelijkheid schept.
Voorzitter, over de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk bereiken ons berichten betreffende de personele omzetting, waardoor we er niet geheel gerust op zijn dat alles zo harmonieus verloopt als gewenst. Wij willen onze zorg hierover toch wel uitspreken en hopen uiteraard dat uw college die zorg kan wegnemen.
Dat de bezuiniging op het beheer van de openbare ruimte niet haalbaar is, door het inzetten van WSW- en MEE-werkers, waardoor bovendien de beeldkwaliteit hoger uitkomt dan afgesproken, doet ons geen verdriet. Hulde, zelfs. Wat ons betreft mag die kwaliteit overal hoger.
Opnieuw wordt melding gemaakt van beheerskosten/onderhoudskosten die hoger uitvallen dan vooraf gedacht. We waarschuwden hier al vaker voor en hopen dat we dat niet nog veel vaker hoeven te doen. Hier graag aandacht voor.
Voorzitter, we liggen op koers en we blijven binnen de kaders. Dat dat mogelijk is heeft alles te maken met de goede samenwerking tussen raad, college en “veld”, maar zeer zeker ook met ons onvolprezen, keihard werkend ambtelijk apparaat. Complimenten dus aan onze medewerkers.
Eén laatste doorkijkje naar de toekomst, voorzitter.
De begroting 2017 is door onze raad geamendeerd vastgesteld, tot groot verdriet van onze financiële wethouder. Het effect daarvan is dat er sindsdien geen letter of cijfer meer in staat over een boventrendmatige verhoging van de OZB. Er staat wel meer niet in de begroting, waarop dus ook niet 133 keer hoeft te worden terugkomen in de Najaarsnota of het jaarverslag en de jaarrekening over 2017. Kortom, het gemiep over het niet doorgaan van die verhoging mag nu afgelopen zijn, zodat we energie kunnen besteden aan zaken die dat wel verdienen.
Tot zover, voorzitter.
Janna Booij tijdens de raadsvergadering van 13 juli 2017