Evaluatie ondernemersfonds OFA
Om met het goede nieuws te beginnen de constatering dat het OFA ontegenzeggelijk heeft bijgedragen aan het verlevendigen van ‘onze’ binnenstad! Echter of het Fonds in haar huidige vorm hiermee zijn bestaansrecht rechtvaardigt is niet vanzelfsprekend.
Eigenlijk zou ik hier mijn vorige bijdrage kunnen hergebruiken. We zijn nu weer 3 jaar verder en het fonds functioneert nog steeds niet optimaal. De 2-deling tussen de binnenstad en de bedrijvenparken bestaat nog steeds. De signalen vanuit de binnenstad dat veel invloed in handen van enkelen berust zijn ook nog steeds hardnekkig. Dat in het verlengde hiervan uitgaven worden geaccordeerd die niet het nut van velen, maar slechts van enkelen beogen, is niet oorbaar. In deze constateringen voelen wij ons gesteund door uitspraken van een aantal ondernemers die zich onlangs in een brief via advocatenkantoor ACTIO tot College en Raad hebben gewend. Waarom dit anoniem gebeurt heb ik niet boven tafel kunnen krijgen, maar ik hoop niet dat dit door een soort van angst ingegeven is, zoals wellicht is op te maken uit een artikel in het DvhN.
Ook de uitkomsten van het draagvlakonderzoek zien er niet rooskleuriger uit in vergelijking met de vorige evaluatie. Middels een e-enquête (!) onderzoek doen en hierop een respons van 6,5 % krijgen, waarvan dan ook nog een 40% zich tegen voorzetting uitspreekt, betekent dat het OFA leunt op de steun van 3,9 % van de Asser ondernemers! Een fonds dat in eerste instantie opgericht is om het fenomeen ‘Freerider’ te bestrijden! Solidariteit is een groot goed, maar je kan ook overdrijven.
Tel hier de klachten over de transparantie, of beter, het ontbreken ervan bij op. Het feit dat weinigen beslissen voor velen m.b.t. de inzet van de middelen en de al eerder genoemde tegenstelling in noden en wensen tussen Binnenstad en Bedrijventerreinen, dan lijkt het de PLOP-fractie duidelijk dat er nog flink aan de weg getimmerd dient te worden, voordat een structurele invoering van het OFA zijn beslag kan krijgen.
Kees Boonzaaijer tijdens de raadsvergadering van 20 april 2017