De raadsvergadering van 23 oktober 2014
In de raadsvergadering van 23 oktober 2014 zijn door de fractieleden van Stadspartij PLOP over diverse agendapunten de standpunten van de fractie verwoord. Een tweetal van deze onderwerpen (nota parkeerbeleid en ombudsfunctie wmo) vindt u elders in de nieuwsrubriek. Daarnaast is gesproken over:
Jeugdzorg, kaders en verordening.
We hebben de reactie van de wethouder bij het opiniërend blok goed gehoord en kunnen instemmen met de beantwoording van onze bijdrage. Slechts wil ik namens de Fractie van de Stadspartij Plop bij de wethouder aandacht vragen voor het volgende.
De uitwerking van de inzet van de informele zorg zal plaatsvinden binnen de transformatie en de samenwerking met de ketenpartners. ( Dit staat op blz 12 van de nota). Door de wethouder is in dit verband als reactie op onze vraag naar de relatie tussen professionele zorg en de informele zorg verwezen naar de WMO. In onze visie is een gelijkwaardige relatie tussen professionele zorg en de informele zorg uitgangspunt. In de dienstverlening naar de cliënt zijn deze zorgsystemen complementair met dien verstande dat informele zorg een aanvulling is en nooit in plaats komt van de professionele zorg. We pleiten ervoor dat de mantelzorger dan wel de vrijwilliger naast de professional en de cliënt een rol krijgt bij het opstellen van het plan. Daarnaast lijkt het ons ook zinvol dat de mantelzorger/vrijwilliger betrokken wordt bij de start, het voortgang- en het eindgesprek met de cliënt.
In deze nieuwe situatie wordt er van de professional niet alleen een deskundige inbreng verwacht maar vooral ook een ondersteunende rol in het emancipatieproces van de cliënt en zijn sociale systeem, tegenwoordig noemen we dat de verwerkelijking van de eigen kracht van de hulpvrager en zijn nabije omgeving.
Tenslotte voorzitter in navolging van de adviesraden pleit de Stadspartij voor opneming van de evaluatie in de verordening. Daarnaast pleiten we voor de mogelijkheid dat de adviesraden gehoord worden over de evaluatie. En/of dit laatste ook opgenomen dient te worden in de verordening is voor ons een vraag.
Regionaal Veiligheidsplan Noord-Nederland.
We hebben kennis genomen van het Regionaal Veiligheidsplan en kunnen ons erin vinden. Ook het belang van de aanpak van de mensenhandel wordt door de Stadspartij onderstreept. Wel hebben we nog een aantal vragen aan de portefeuillehouder.
1. Waarom wordt uitgaansgeweld als zodanig niet bij de politie geregistreerd? Het lijkt ons als hierover geen registraties of cijfers bestaan het moeilijk is om beleid hierop te ontwikkelen.
2. De meldingsbereidheid bij homogeweld is laag. Onderzoek wees uit dat het probleem in Noord Nederland niet zo groot is. Daarentegen meldt de Stichting tegen Homogeweld dat uit het onderzoek van het Verwey Jonker instituut blijkt dat het aantal geweldincidenten tegen homoseksuelen en lesbiennes is verdubbeld van 623 in 2011 naar 1143 in 2012. De cijfers van 2013 moeten nog worden verwerkt. Dat in Noord Nederland nog weinig bekend is over de grootte van het aandeel niet-geregistreerd homogeweld, houdt volgens ons niet in dat er hier in Noord Nederland minder discriminatie zou zijn. We vroegen ons af of in het kader van de versterking van de informatiepositie met het COC en het antidiscriminatie buro samengewerkt wordt. Overigens is de fractie van de Stadspartij benieuwd welke beleidsconsequenties voortvloeien uit het onlangs door de gemeente Assen ondertekende convenant voor de sociale acceptatie van de LHBT groepen.
3. Discriminatie komt op geen enkele wijze voor in het Regionaal Veiligheidsplan terwijl nagenoeg alle Noordelijke gemeenten geld steken in een anti-discriminatievoorziening. Is hier een verklaring voor?
4. Wat ons ook sterk opvalt is dat er op geen enkele wijze aandacht besteed wordt aan het fenomeen van radicalisering en extremisme onder moslimjongeren. Is dit een probleem dat zich slechts in de Randstad afspeelt?
Noes Solisa tijdens de raadsvergadering van 23 oktober 2014